Ook bijzonder dat de Raad van State in 2022 nog vond dat ook openbare informatie zou moeten worden verstrekt (zie dit bericht). Iets genuanceerder is deze uitspraak over besluitvorming van de deken in Rotterdam.
De deken heeft een Wob-verzoek zo opgevat, dat het verzoeker te doen is om duidelijkheid over de bevoegdheid van de deken tot het wel of niet beproeven van een minnelijke oplossing. De deken heeft aangegeven dat dit volgt uit de (vaste) jurisprudentie van de tuchtrechter en dat die uitspraken openbaar en raadpleegbaar zijn. Daarmee is de Wob dus volgens de deken niet van toepassing. Een bezwaar tegen die afwijzing is ongegrond verklaard.
Daar gaat het volgens de Raad van State procesrechtelijk mis. Terecht is gesteld dat de Wob niet ziet op informatie die al openbaar is. Een reactie op een verzoek om stukken openbaar te maken die al openbaar zijn, is niet op rechtsgevolg gericht en daarom geen besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Een reactie van een bestuursorgaan met de mededeling dat informatie openbaar is, is geen besluit, maar een mededeling van feitelijke aard. Is iemand het niet eens met die mededeling, dan kan wel bezwaar worden gemaakt. Dat bezwaar is dan niet-ontvankelijk en dus niet ongegrond.