De oproep van president Theo Simons in het FD van 1 juli over naming en shaming heeft de pennen flink in beweging gebracht. Laatste in de reeks is Rob Velders die in zijn opinie spreekt van paniekerig en stellig klinkende voorstellen.
Terecht merkt Velders op dat transparantie wordt geëist van de overheid. De conclusie die hij daar als vanzelfsprekendheid aan lijkt te verbinden dat handhaving dus gevolgd moet worden door publicatie van die handhaving, gaat alleen wat kort door de bocht. Terecht is immers het punt dat Simons maakt dat in veel gevallen de regelgeving nu dwingt tot publicatie, nog zonder dat een rechter heeft gekeken naar datgene waarover gepubliceerd zou moeten worden. De rechter is met handen en voeten gebonden en kan nagenoeg geen afweging van belangen maken. Dergelijke dwingende sectorwetgeving strekt zich uit van het gezondheidsrecht tot de wetgeving over de financiële markten. Niet zelden volgt die sectorwetgeving op incidenten waardoor de wetgever in de actie schiet. Vervolgens is er nog een grote diversiteit aan regels en afwegingskaders.
Kortom, toch om veel redenen aanleiding voor een discussie. Een discussie die niet zou moeten dwingen tot nog meer regelgeving, zoals wel voorgesteld door Silvia Vinken in haar opiniebijdrage. De oplossing is simpeler, namelijk minder regelgeving (door schrappen van sectorregelgeving die dwingt tot publicatie). Er is immers al een wet die de overheid de gelegenheid geeft tot het uit eigener beweging of op verzoek overgaan tot publiceren: de Wet openbaarheid van bestuur. Al jaren vormt ook een vast gegeven dat die weg van publiceren ook gewoon een mogelijkheid geeft tot publicatie van boetes e.d. Het voordeel van die Wob is vervolgens ook dat de bedrijven nog voldoende mogelijkheden hebben om hun belangen naar voren te brengen. Bovendien geeft het de rechter vervolgens de gelegenheid om die belangen af te wegen tegen het algemeen veronderstelde belang van openbaarheid (van boetes en andere toezichtsinformatie). Voldoende ruimte dus voor naming en shaming, maar dan wel met inachtneming van de nodige zorgvuldigheid. En wie is er nu niet blij met minder regelgeving?